Medewerkers van een interdepartementaal beleidsonderdeel krijgt de opdracht de veerkracht te versterken. Dan realiseren zij zich dat zij de behoefte aan hoop met veel Nederlanders delen. Een praktijkverhaal over veerkracht, waarmee strategische professionals en politici hun voordeel kunnen doen.
Inleiding
In de zomer van 2021 worden we gevraagd het Programma-DG Samenleving en COVID-19 te inspireren vanuit het thema Veerkracht. De doelgroep is een projectgroep van ca. 40 leden die zich buigt over de vraag hoe Nederland psychosociaal kan herstellen van de COVID-19 pandemie. De groep heeft via de deelnemende ministeries V&J, OCW, VWS, BZK, LNV en hoog ambtelijk sponsorschap van OCW en VWS toegang tot de beste kennis en netwerken op dit gebied. Omdat de overheid van ons allemaal is, mag onze ervaring worden gedeeld. Waarvoor dank.
Aanleiding
Door de COVID-19 pandemie waren er zeer verstrekkende maatregelen nodig om de zorg niet over te belasten. De sociale interacties van mensen zijn sterk teruggebracht. Zekerheden zoals onderwijs, ondersteuning, werk en inkomen zijn (deels) weggevallen. Mensen zijn dierbaren verloren. Dat heeft economische, sociale en mentale consequenties. Veel mensen kampen met mentale problemen en gevoelens van eenzaamheid. De veerkracht van mensen en de samenleving staat onder druk.
We denken allemaal in taal. Ook het begrip veerkracht wordt door taal met een inhoudelijke betekenis geladen. Het Programma-DG koppelde veerkracht aan beleidsopties rondom bestaanszekerheid. Die ‘framing’ zegt ook iets over de veerkracht van de projectgroep zelf. Ik kom daar later op terug.
Opdracht Programma-DG
Het gaat erom beleid te maken dat de sociale en mentale veerkracht van de gehele samenleving ten goede komt. De opdracht was om ‘kansen te inventariseren en concretiseren en het bieden van opties van herstel- en vernieuwing om de veerkracht te versterken’, zoals het Programma-DG het zelf formuleert.
Er wordt door veel organisaties al ingezet op het herstel van de veerkracht van de samenleving. Denk aan bekende organisaties zoals de Federatie voor Geneeskunde, het Oranjefonds, de Sportraad, VSB-fonds, kansenfonds, de Gezondheidsraad en het Rode Kruis. Zij richten zich met bijvoorbeeld sociale projecten op problemen op het gebied van gezondheid, eenzaamheid en armoede, die veroorzaakt of verergerd zijn door de coronacrisis.
Maar de veerkracht bij vrijwilligersstructuren staat nu juist onder druk. Er worden momenteel substantieel minder initiatieven ingediend en het is moeilijker om de mensen (vrijwilligers) erbij te houden. Herstel alleen is dan ook niet voldoende. Het team wil ‘beter uit crisis komen en goed voorbereid zijn op eventuele toekomstige crises’.
De denktank heeft zelf geen beleidsmiddelen en zet daarom in op het opsporen van lacunes en versterken van synergie. De focus ligt op ‘opgaven die niet al door de samenleving zelf worden opgepakt en op het benutten van synergie-mogelijkheden’.
Ruimte
De groep zoekt zekerheden, maar daar zullen we de veerkracht niet vinden, wisten we. Daarom stelden we voor om een survey te doen naar de veerkracht van de groep naar en de mogelijkheden om die te versterken. Vanuit het idee dat de groep daar in hoge mate over zal moeten beschikken om op dit punt van meerwaarde te kunnen zijn. Onze opdrachtgevers hadden hier vertrouwen in.
Dat survey richt zich op denkvoorkeuren. De één is meer gericht op hoop, mogelijkheden en de onverwachte toekomst; de ander juist op realiteitszin de feiten en risico’s uit het verleden. Een derde denkwijze is gericht op aandacht voor elkaar, meningen, het heden met toegang tot actuele informatie. Iedereen combineert in zichzelf een unieke mix van deze drie denkwijzen tot een persoonlijke denkstijl. Veerkrachtige teams bezitten een mix en kunnen nieuwe mogelijkheden verbeelden, valideren met kennis of modellen en realistische ideeën integreren in de dagelijkse praktijk. Zo kan veerkracht als sociaal construct worden onderzocht.
Taal en verhalen
Wat is veerkracht en hoe hangt dit samen met denkvoorkeuren in een groep? Wij denken allemaal in taal en verhalen. Veerkracht spreekt enorm tot de verbeelding en vormt een belangrijk thema in de dragende verhalen van onze cultuur, van de klassieke mythologie van Homerus’ Odysseus tot vandaag. Een academische onderzoekstraditie ontstond in de jaren ’70 van de vorige eeuw. We weten er inmiddels veel over. Veerkracht valt uiteen in drie begrippen: realiteitszin, aandacht en hoop. Deze staan voor de het verleden, het heden en de toekomst.
We zagen een sterke vertegenwoordiging van de denkvoorkeur gericht op aandacht, het heden en integratie van kennis. Uit het survey bleek dat de denkvoorkeur gericht op hoop sterk ondervertegenwoordigd was. Bureaucratieën zijn in hun cultuur veelal sterk gericht op continuïteit en het verleden, validatie en modellering. Dat kan een tekort aan de denkvoorkeur van de verbeeldingskracht, het toekomst-denken verklaren.
Dat was een belangrijk inzicht. We gingen op zoek naar mogelijkheden de balans te herstellen.
Hoop en belofte
We gaven twee voorbeelden om de groep in de richting van handelingsperspectief te helpen. Een recent voorbeeld van mislukt beleid uit het VK waarin de drie aspecten realiteitszin, aandacht en hoop niet geïntegreerd werden en een geslaagd historisch voorbeeld – de Pax Romana. De enorme culturele erfenis van het Romeinse rijk spreekt tot de verbeelding. Wat blijkt het verschil tussen falend en goed veerkrachtbeleid? Het laat zich samenvatten met één woord: de belofte.
Hannah Arendt zegt het zo:
“Binding oneself through promises serves to set out in the ocean of uncertainty - which the future is by definition - islands of security, without which not even continuity, let alone durability of any kind, would be possible in the relationships between men.”
Veerkracht staat of valt met het doen en nakomen van een belofte aan jezelf en anderen. Een sterke belofte weet de hoop van mensen niet alleen aan te raken, maar ook te versterken. Dat is de essentie van op veerkracht gericht overheidsbeleid.
Aan het werk
We stelden de groep in kleinere teams twee vragen: Waar wordt de hoop geboren? Wie kun je om hulp vragen?
Vanuit het besef van de denkvoorkeuren in de groep en door actief met deze vragen aan de slag te gaan, genereerde de groep zelf nieuwe opties, zowel inhoudelijk als qua netwerk en aanpak van het project. Het stellen van deze vragen, leverde bovendien een belangrijk inzicht op in de behoefte van de groep zelf. Eén van de teams zei het zo: “De grensvervaging tussen feiten en meningen ontneemt ons het perspectief op mogelijkheden en juist daar zit de veerkracht. Wij willen hoop”. Dit verlangen delen zij in mijn ogen met vele Nederlanders. En met mensen en organisaties die daarbij willen helpen.
Tenslotte
Wat betekent veerkracht voor jou? Waar put jij hoop uit? Hoe kun jij bijdragen aan veerkracht?