Een overweldigende behoefte aan veerkracht onder werkenden wijst op urgentie. Maar de ontwikkeling van veerkracht in mens en organisatie is paradoxaal en lastig. Zowel vanuit de theorie als vanuit de praktijk komt met vallen en opstaan een kansrijke ontwikkelvolgorde naar voren. Essentieel is oog te hebben voor de individuele succesbeleving in het werk.
"Wij willen hoop!"
Tijdens een workshop met een groep medewerkers[i] spraken zij het gezamenlijk uit: "Wij willen hoop!" Via veerkracht hadden zij een gemeenschappelijke taal gevonden om hun diepe verlangen onder woorden te brengen. Dat is een belangrijke eerste stap. Maar dan: hoe kunnen veranderkundigen die overweldigende behoefte inlossen? Is dat eigenlijk wel mogelijk? In ieder geval kunnen wij onze eigen overtuigingen en beperkingen kritisch onder de loep nemen.
De paradox in mens-en organisatieontwikkeling
Er zijn mensen die stellen dat veerkracht een op een 'ik' - een individu gericht concept is. Maar een eenzijdig mensbeeld waarin iemand zelf volledig verantwoordelijk gehouden wordt voor het succes in haar of zijn situatie en hoe tegenslagen te hanteren, schiet ernstig tekort. Individuele problemen oplossen vraagt om samenwerking en die samenwerking maakt individuen ook veerkrachtig.
Dan zijn er veranderkundigen, die stellen dat werken aan veerkracht een op 'wij' afgestemd concept is. Maar een eenzijdig organisatiebeeld, gebaseerd op 'wij-waarden' zoals geborgenheid, gemeenschap en harmonie schiet evenzeer tekort. De individuele behoefte aan succes speelt in organisatie- veerkracht een belangrijke, zo niet cruciale, rol. Zelf-effectiviteit en individueel succes maakt organisaties veerkrachtiger.
In dit blog neem ik je vanuit zowel theorie als praktijk mee in deze paradox in veerkrachtontwikkeling.
Mentale veerkracht
Michael Portzky is een toonaangevend klinisch psycholoog en ontwikkelde gevalideerde vragenlijsten om mentale veerkracht objectief vast te kunnen stellen[ii]. Dit leidt bijvoorbeeld tot het waardevolle inzicht dat veerkrachtige mensen vasthouden aan hun hobby’s en sociale contacten wanneer zij onder druk komen staan en hun leefstijl bewaken en verbeteren. (Dat zouden meer mensen moeten doen.) Hij heeft twijfels bij de ontwikkelbaarheid van veerkracht; het zou in zijn ogen heel goed een erfelijk bepaalde eigenschap kunnen zijn.
Personeel vervangen of capability ontwikkelen?
Als dat klopt én als veerkracht uitsluitend een psychologische dimensie is, moeten organisaties hun personeel vervangen door veerkrachtiger exemplaren om veerkrachtiger te worden. Nog los van het gegeven dat dit in de huidige arbeidsmarkt niet eenvoudig is: veerkracht is gelukkig méér dan een individueel kenmerk. Operationele - en sociale veerkracht vullen het begrip mentale veerkracht aan en completeren het. Met dit integrale begrip veerkracht, kan HR een capability ontwikkelen waarmee de enorme uitdagingen tegemoet kunnen worden getreden.
Waarom is veerkracht belangrijk
Even terug. Waarom is veerkracht een belangrijke capability? Stel je veerkracht voor als een dominosysteem met vier stenen:
- De eerste steen bevat een voorziene of onvoorziene gebeurtenis die om een reactie vraagt. Een klant of sleutelpersoon uit de organisatie die vertrekt; een concurrent met disruptieve technologie.
- De tweede steen bevat de risicofactoren. Bijvoorbeeld externe risico’s - een krappe arbeidsmarkt, een diepe recessie waardoor een medewerker of een klant moeilijk vervangbaar is. Ook interne risico’s - zoals hoog verzuim - spelen een rol waardoor het vertrek van de medewerker extra hard aankomt. Deze maken de organisatie kwetsbaar voor de gebeurtenis.
- De derde steen herbergt beschermende vermogens die het herstel- of aanpassingsvermogen vergroten. Ik ga daarop hieronder dieper in, want daarop richten we het HR-beleid.
- De vierde steen is de continuïteit van de waardecreatie van een organisatie: de inhoudelijke-, proces- en belevingswaarde die de organisatie waardevol maakt voor klanten en stakeholders. Die wil je beschermen en zelfs ontwikkelen.
Een geïsoleerde gebeurtenis zal de waardecreatie niet snel omverwerpen. Bij een opstapeling van veranderingen en risicofactoren daarentegen, wordt veerkracht een betekenisvol concept. In onze tijd zien velen de waarde van veerkracht, dat met het dominosysteem in je verbeelding tot leven komt[iii].
Vier vermogens van veerkracht
Het samenspel van gebeurtenissen, risico- en beschermende factoren bepaalt dus de veerkracht van het systeem. Een organisatie kan gebeurtenissen bewust beïnvloeden, anticiperen op risicofactoren en kan beschermende factoren verhogen. Van Breda, die dit principe bedacht, ziet - aansluitend op de drie aspecten mentale, operationele en sociale veerkracht, vier ontwikkelbare vermogens (dynamische capabilities) om de derde dominosteen steviger te maken:
- Probleemoplossend vermogen (1). Het vermogen om de samenhang in vraagstukken te begrijpen, deze te vereenvoudigen en hanteerbaar, bespreekbaar en oplosbaar te maken.
- Reflecterend vermogen (2). Voor praktische problemen kan de organisatie op bewezen vakmanschap, kennis, ervaring en cognitieve intelligentie rekenen. Een bron van operationele veerkracht.
- Verbindend vermogen (3). Voor interpersoonlijke problemen kan de organisatie op emotionele intelligentie rekenen. Sociale netwerken en saamhorigheid binnen de organisatie en tussen de organisatie en omgeving kunnen hulpbronnen en steun mobiliseren. Ik noem dit sociale veerkracht.
- Harmonie (4). Dit woord verraste me - je komt het niet vaak tegen in veranderliteratuur - en spreekt me aan. Medewerkers zijn in balans om zowel de vraagstukken in het werk als het persoonlijk leven te hanteren. Ze genieten van het leven, hobby’s en hebben voldoende nachtrust en ontspanning. Hier herkennen we bouwstenen voor groei en ontwikkeling, die verder gaat dan omgaan met tegenslag.
Hieronder zie je deze vermogens in één samenhangend beeld en kun je ermee spelen. Neem even je tijd en onspan er gerust even bij, want dit is best pittige kost.
De eerste stappen naar veerkracht: van theorie naar ontwerp
Het herkenbare rijtje van Van Breda omvat op een speelse, intuïtieve manier de essenties van veerkracht. ‘Verminder risicofactoren en vergroot beschermende factoren’. Echt ingewikkeld is het niet en er zit toch voldoende diepgang in om systeemverandering te ondersteunen. De piramide maakt duidelijk dat alle kanten een rol spelen. Het perspectief is nu helder; wat zijn de eerste stappen? Dat lijkt eenvoudiger dan het is. Misschien heb je helemaal niets met onderwijs, maar dit voorbeeld is generiek.
Bijvoorbeeld onderwijs
In Nederland werd Van Breda opgemerkt door Roos Schelvis, TNO, die zijn model in 2014 gebruikt heeft in een raamwerk voor verbetering van veerkracht in het onderwijs[iv]. Die sector heeft het objectief zwaar te verduren (als u dat al ontgaan zou zijn). De arbeidsproductiviteit in de sector daalt in het afgelopen decennium van 0,1 (wo) tot maar liefst 1,8% (mbo) per jaar(!)[v], de instroom van personeel stokt. Tel het op en het verklaart de enorme toename van de taaklast, werkstress en verzuim. Dat daagt de mentale veerkracht steeds vaker voorbij menselijke grenzen uit. Logisch dat leraren naar het malieveld trekken. Logisch dat veranderaars en leiders ook andere veerkrachtbronnen dan mentale veerkracht aan willen boren.
De sector wil nieuwe instromers perspectief op een waardevol leven kunnen bieden en intrinsieke motivatie is daarvoor noodzakelijk, maar onvoldoende. De organisatie van het onderwijs zal moeten worden verbeterd. Als de organisatie veerkrachtiger wordt, zijn ook positieve productiviteitseffecten te verwachten.
Schelvis pleit als eerste stap voor experimenten, gericht op vaardigheden om te reageren, te monitoren, te anticiperen en leren. En dat sluit dan weer heel goed aan op actie-onderzoek om complexe vraagstukken klein te maken en stap voor stap op te lossen. Mijn zegen heeft het. Maar dan.
Van ontwerp naar implementatie
Schelvis doet in het verlengde hiervan nu enkele concrete aanbevelingen voor het onderwijs: “Wissel ervaringen uit in het omgaan met uitdagingen en onverwachte gebeurtenissen. Bespreek gezamenlijk hoe je conflicten, acute uitdagingen, etcetera positief kunt overwinnen. Organiseer dialogen rond kritieke kwesties in het onderwijsproces en communiceer met en betrek bijvoorbeeld kritische ouders. Formuleer lessen die zijn getrokken uit incidenten en problemen, om herhaling te voorkomen en het reactievermogen te verbeteren in geval van herhaling.”
Veerkracht is zoveel meer dan een individueel kenmerk. Operationele en sociale veerkracht vullen het begrip mentale veerkracht aan en completeren het. Waar zullen we beginnen de enorme uitdagingen tegemoet te treden?
evaluatie
Ik vroeg haar in 2019, 5 jaar later, of deze aanbevelingen navolging krijgen; die zijn haar niet bekend. Je kunt niet alles weten, maar ik vroeg mij af: waarom krijgen haar aanbevelingen geen (zichtbare) navolging? Kan het zijn dat het experiment als kleine stap op dit moment niet aansluit op de behoefte? Samenhangende – operationele, sociale én mentale – veerkracht kan worden ontwikkeld met de daarmee corresponderende vermogens, maar het lukt nog niet.
Vallen en weer opstaan
Nu, vier jaar later denk ik een puzzelstukje te kunnen leggen. De weerbarstige praktijk dwingt ons terug te gaan naar de theorie en ik deed een waardevolle praktijkervaring op die ik zal delen.
Terug naar de theorie
Clare Graves was een leerling van Abraham Maslov, die wij allemaal kennen van zijn theorie van toenemende menselijke behoeften. Graves ontwikkelde een eigen gelaagd - en op Maslov's theorie geïnspireerd - dynamisch ontwikkelmodel, gebaseerd op waarden. Het model werd geoperationaliseerd door Don Beck en Cowen en staat bekend als Spiral Dynamics. Achtereenvolgende waardesystemen zijn overleven, geborgenheid, macht, orde, succes, gemeenschap, harmonie en samenhang.
De alom gewaardeerde auteurs bepleiten, om bij de ontwikkeling van systemen rekening te houden met deze gelaagdheid[viii]. Hun pleidooi voor een gelaagde ontwikkeling geldt uiteraard ook voor ontwikkeling van veerkracht in organisaties zoals in het onderwijs. Als gezamenlijke experimenten nog te hoog gegrepen zijn en gemeenschap en harmonie moeilijk ontwikkelbaar zijn, waarom beginnen we dan niet bij succes; bij reflecterend vermogen?
De theorie zegt, dat wanneer medewerkers hun eigen, unieke behoefte aan succes - afgemeten naar de eigen verwachtingen van wat succes is - niet kunnen realiseren, er weinig behoefte is aan gemeenschappelijkheid of harmonie. Voor organisatieleren en complexe experimenten zijn gemeenschappelijkheid en harmonie echter wel noodzakelijk. Hoe hanteren we die paradox?
De theorie zegt, dat wanneer medewerkers hun eigen, unieke behoefte aan succes, afgemeten naar de eigen verwachtingen van wat succes is, niet kunnen realiseren, er weinig behoefte is aan gemeenschappelijkheid of harmonie.
Van theorie naar ontwerp: Zelf-effectiviteit
Zelf-effectiviteit (self-efficacy) is het vertrouwen in het eigen vermogen een rol te vervullen of taak te kunnen volbrengen. Het is iets anders dan zelfvertrouwen. Je kunt veel zelfvertrouwen hebben in het leven en toch twijfelen of je uit het vliegtuig moet springen, zelfs als je parachute hebt. Herkenbaar?
Uit onderzoek blijkt dat zelf-effectiviteit de belangrijkste voorspeller is van mentale veerkracht[vii]. (Dit mag ons doen twijfelen aan Portzky's veronderstelling dat veerkracht niet ontwikkelbaar is. Wat mij betreft zit hij ernaast.) Effectief planningsgedrag heeft uitzonderlijke effecten op zelf-effectiviteit. Een binnen de geplande tijd gerealiseerde complexe taak geeft een positief zelfbeeld over effectiviteit en dat smaakt naar meer. Hoe kunnen we dit ondersteunen?
Van ontwerp naar implementatie
In een recent leerteam uit mijn praktijk vroeg men zich af waarom men zo moe werd van het werk. Zij kozen zelf-effectiviteit als leerdoel. Het team raakte gefascineerd door vragen als: Hoe krijg ik overzicht, inzicht en invloed op de kwaliteit en tijdigheid (beloofbaarheid) van het werk? Hoe maak ik verwachtingen waar? Hoe organiseren en voeren we met elkaar het goede gesprek over prioriteiten? Hoe helpen we elkaar, zodat ieder zijn/haar doelen (werk/prive) kan bereiken? Deze vragen brachten individuele leerprocessen op gang, waarbij gebruik werd gemaakt van een instrument om de werksituaties waarop gereflecteerd wordt, te kunnen vergelijken en er op een goede manier over in gesprek te komen.
Kijk eens naar deze video, waar een groep gemeenteambtenaren hun ervaringen met het instrument 'Taaktuner' delen [vi]. Je hebt nu beeld bij de mogelijkheid om verschillende individuele ambities / taakbelastingen met een generiek model vergelijkbaar en bespreekbaar te maken. Zie ook verwijzingen.
Zelf-evaluatie
Het reflectieproces op het eigen planningsgedrag dat hiermee ondersteund op gang wordt gebracht, leverde het leerteam de volgende resultaten:
- "Behoud van het inzicht en de regie over je werk."
- "Inzicht, vooral ook in tijd die je kwijt bent aan allerlei randzaken. Mijn werk bestaat voor ca. 60% uit onvoorzien. Dat geeft het gevoel dat je niet aan je werk toekomt."
- Eerder het gesprek aangaan over knelpunten en aangeven dat deadlines moeten opschuiven. Dit zie je op tijd, zodat je daarover het gesprek aan kunt gaan. Dat is goed en belangrijk in het kader van verwachtingenmanagement.
- "Geleerd om tijden te blokken. Dat geeft rust."
- "Ik lette al op eigen signalen van werkdruk/werkstress. Het beeld over preventie van werkstress is breder geworden. Ik zie de vroegsignalen nu vanuit meerdere perspectieven."
- "Soms is er sprake van een enorme piek van onvoorzien / onvoorspelbaar werk, waarmee niet geschoven kán worden. Dan heeft reflectie op je eigen planningsgedrag geen zin. We moeten accepteren dat niet alles direct oplosbaar is"
Conclusie (een beetje paradoxaal)
Stel jezelf als organisatie en veranderprofessional eens de vraag: "Werk ik met alle goede bedoelingen soms te snel met waarden zoals gemeenschap en harmonie?" We zullen het stap voor stap moeten doen.
Herken je het? Doe dan één stapje terug en erken de behoefte aan zelf-effectiviteit en succesbeleving van medewerkers. Ondersteun die. Dat kan - paradoxaal genoeg -overigens prima in leerteams. Medewerkers kunnen bij het realiseren van deze individuele behoefte immers veel van elkaar leren. Dat individuele leerproces kan op zichzelf ook harmonisch zijn, maar met als doel zelf-effectiviteit; individueel succes. Zelfeffectiviteit is een fundamentele behoefte eenmaal gerealiseerd geeft het vertrouwen en groei en voorkomt het stress.
Met dat vertrouwen kunnen we weer vooruit. Er is dan wel behoefte om het verbindend vermogen te gaan versterken en daar aan bij te dragen. Deze stap voor stap benadering levert sociale veerkracht, effectievere samenwerking en hogere verwachtingswaarde van nieuwe interventies en experimenten. En dat levert tijd op, minder uitputting, een betere tijdbeleving. Zo groeit de veerkracht van het hele systeem.
Reacties welkom onder de verwijzingen.
Maarten de Winter
Dit blog werd in 2023 geheel herschreven op basis van het eerdere blog 'het dominoprincipe' en kreeg in die herwerking ook een nieuwe titel.
verder lezen:
Verwijzingen
Dit artikel kon niet worden geschreven zonder alle hieronder genoemde auteurs. Ook wanneer zij niet in alles succesvol waren hebben zij bijgedragen aan mijn kennis. Ook wanneer ik kritisch ben, respecteer ik hun ideeen.
[i] "Wij willen hoop" blog - Maarten de Winter
[ii] Portzky (2015) Veerkracht, onze natuurlijke weerstand tegen een leven vol stress.
[iii] van Breda, A. (2011). Resilient workplaces: An initial conceptualization. Ook: Iso 22316.
[iv] Roosmarijn M.C. Schelvis, Gerard I.J.M. Zwetsloot, Evelien H. Bos & Noortje M. Wiezer (2014) Exploring teacher and school resilience as a new perspective to solve persistent problems in the educational sector
[v] IPSE studies, de productiviteit van de overheid. Over de achtergronden en oorzaken hiervan schreef ik een artikel.
[vi] Meetbare werkdrukbalans, Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschappen
[vii] Keyfitz e.a. (2012). The role of positive schemas in child Psychopathology and Resilience
[viii] E. Beck & C. Cowan (2005), Spiral Dynamics. Waarden, leiderschap en veranderingen in een dynamisch model. Haarlem: Altamira-Becht. ISBN 978-90-6963-639-9
Dag Maarten, dank voor toezending van je artikel. Goed leesbaar en interessant. Ik heb twee opmerkingen. De eerste gaat over de volle breedte van veerkracht. Hier mis ik te veel de fysieke veerkracht. Vanuit de niet te ontkennen samenhang tussen lichaam en geest, wordt ook steeds meer de nadruk gelegd op de interactie tussen lichamelijke en geestelijke gezondheid. Ik zou dat zelf iets meer nadruk geven.
Mijn tweede opmerking gaat over jouw ’terugval’ naar het individuele oranje marktsucces paradigma van de Spiral Dynamics, omdat het groene gemeenschaps- laat staan het gele netwerkdenken niet te realiseren zou zijn. Dit vind ik wel erg gemakkelijk en ook niet juist. We proberen nu juist zaken in een groter samenhangend perspectief te zien en op te lossen. Of dat nu de organisatie is, de gemeenschap of de wereld. Dat dat complex en moeilijk is, onderschrijf ik. En daar moeten nog vele stappen voor worden gezet, maar urgent en noodzakelijk zijn ze wel. Dat daarbij op individueel niveau óók een slag nodig is – ik zou zeggen in meer spirituele zin – klopt. Maar niet meer succesdenken, waarbij het ene individu een strijd aan gaat met het andere. Dit neo-liberale/kapitalistische denken heeft z’n beste tijd gehad.
Richard Barrett’s 7 waarden in ‘Bedrijfsvoering met een ziel’ laat zien dat de echte transformatie juist plaatsvindt bij de omslag van individuele oriëntatie op collectieve oriëntatie.
Dag Paul,
Hartelijk dank voor je betrokken reactie. Binnen VeerkrachtCollege besteden we uitgebreid aandacht aan de samenhang tussen luchaam en geest. Onze docent Chantalle Wemaes gaat daar diep op in. Mijn aandacht is meer gericht op de organisatie en veranderkunde. Maar je punt is terecht.
Hartelijk dank ook voor je kritische beschouwing op mijn belangrijkste stelling. Ik denk er iets anders over en vraag me nu af of dat voldoende duidelijk is geworden.
De individuele en collectieve orientatie zijn als een paradox en wisselen elkaar voortdurend af. Het gaat niet om één omslagpunt, maar om voortdurende wisselwerking. Ralph Stacey maakt dit punt goed in dit korte interview. https://www.youtube.com/watch?v=Ee_3Pg5zvRg
In mijn beeld biedt de spiral dynamics theorie ons een gelaagde ontwikkelingsvisie, waarbij de hogere lagen op het fundament van onderste lagen staat. In die lagen wisselen individu en collectief elkaar ook steeds af, zoals ook Stacey dat betoogd. Metaforisch gesproken: De intentie om de ’treden te beklimmen’ kunnen we alleen in de praktijk brengen wanneer we alle treden bewandelen en zowel individu als collectief afwisselend aandacht geven.
Graag bespreek ik dit nader met je. Daar zie ik nu al naar uit. Wordt vervolgd dus.
Vriendelijke groet,
Maarten
Een mooi analytisch verhaal over bouwstenen en activerende factoren van veerkracht, met veel herkenbare aanknopingspunten uit de praktijk, en met een duidelijke visie op succesvolle implementatie.
Dag Paul. Ik neem je waardering dankbaar in ontvangst.
Bedankt, ik heb het gelezen en zeker herkenbaar. Mooi dat deel over trainbare zelfeffectiviteit en daarmee vergroten van veerkracht. Nieuw inzicht wat een mooie aanvulling is voor de uitdagingen waar we als team voor staan.
Je hebt er een mooie boodschap uitgehaald Steven. Succes met jouw rol werkdruk in de zorg beheersbaar te maken en houden.
Leuk artikel. Eens testen op veerkracht vanuit biologisch perspectief (wrijven geeft glans dus daar komt’ie.:
Probleemoplossend vermogen (1)?
Overlevingsdrift!
Vecht vlucht of bevries. Ons reptielenbrein als basis. Dat is wat het is. Het reageert. Op alles in elke situatie. Geprogrammeerd in de vorm van DNA. Overerft van 3,2 miljard jaar evolutie. Dat alleen al maakt iedereen en elk leven (ál het leven) de top van evolutie (wel gelijkwaardig, nog lang niet wat het worden gaat).
Het vermogen om de samenhang in vraagstukken te begrijpen, deze te vereenvoudigen en hanteerbaar, bespreekbaar en oplosbaar te maken.
Reflecterend vermogen (2)?
Voor mij start wijs worden uit complexiteit. Levenservaring laat reflect-leren. Houd het (reptielenbrein)beest, dat -sneller dan alles wat je is/hebt aangeleerd – in toom. Niet meer overal primair op reageren, levert operationele efficiency.
Let wel: meer stressvolle situaties ‘overleven’, levert meestal meer veerkracht. Minder geprivilegieerde vinkjes, hoe beter je om kunt gaan met tegenslag.
Aanpassingsvermogen (3)?
Pasvorm! Of je past in je omgeving, is een kwestie van geluk. Om je heen evolueert alles maar door. De kans is dus groot dat je vanaf het begin niet met alles in de pas loopt of in het leven tegen iets ziekmakends aanloopt. Voor het interpersoonlijke is emotionele intelligentie wel handig. Maar naast sociale netwerken onderhouden, is het belangrijk al je netwerken (nest, milieuzone) schoon en stabiel te houden (planetaire grenzen respecteert). Hulpbronnen en steun mobiliseren = ecologische veerkracht behouden.
Harmonie (4)?
Chaos ! Het leven is hard! Harmonie? Vergeet het maar. Hoe meer diversiteit, hoe beter een netwerk bestand is tegen verstoringen. Veerkracht vereist wel een een voor allen, allen voor een mentaliteit. En dat op alle (van subatomaire) spiral dinamische (tot kosmische) schalen.
Veerkracht vereist in mijn beleving het erkennen van het (meeste) niet weten, het omarmen van het onverwachte en het accepteren van onvolmaaktheid.
… ik herken m.a.w. de aspecten en deel je conclusie: om terug te veren, zal een veer eerst aanspannen. Noodzakelijk. Onvermijdelijk. Eens dus dat veerkracht een competentie is, om het leven aangenaam te houden.
Veerkracht is een ontwikkelbaar vermogen. Je metaforen uit biologie zijn herkenbaar. En je vervlecht je reactie met een uitgesproken persoonlijke visie. Dat maakt het levendig. Dank je Ad.
Interessant.
Wat zijn je gedachten erbij, Inge?
Vriendelijke groet,
Maarten
Heel interessant en een mooie taalvondst!
Dank je Bart
Interessant Maarten, dank je wel.
Dank je Aris.
Doe één stapje terug; erken behoefte aan zelf-effectiviteit (individuele succesbeleving). Dat geeft vertrouwen om vooruit te komen. Dan kunnen we ‘van vallen en opstaan’ naar ‘staan en opvallen’; met veerkracht van/voor het individu èn het systeem?! Mooie bijdrage, dank !
Hartelijk dank Tiny, ook voor het delen van een mooie taal vondst.
Dank je Tiny